low-code, no-code, what code?

Low-code en no-code: je hebt er zeker al van gehoord. Zijn het de zoveelste buzzwoorden uit de IT-wereld, of toch handige tools? 

Onze levens worden meer en meer digitaal, dat kunnen we niet ontkennen. Ook de corporate wereld moet hierin mee. Dankzij tools en applicaties kunnen werknemers hun dagelijkse taken sneller en efficiënter uitvoeren. Maar door de druk om die applicaties op te leveren, raakt het IT-departement al snel overwerkt en komt het met een enorme backlog te zitten. 

Hoe los je dat dan op als bedrijf? Je kan natuurlijk extra werknemers inhuren voor je IT-departement, maar zij zullen niet lang met goesting komen werken als hun workload gestaag blijft toenemen. Je moet op zoek naar een langetermijnoplossing. En die oplossing kan verzorgd worden door low-code of no-code platformen. Bye-bye onhandelbare backlog, hello citizen developers! 

citizen developers en business users.

Een citizen developer is een business user met weinig tot geen ervaring in programmeertalen, die applicaties bouwt met technologie die werd goedgekeurd door het IT-departement.  

Citizen developers kunnen extreem waardevol zijn voor je bedrijf. Ze staan over het algemeen dichter bij de business dan het traditionele IT-departement, en ze hebben vaak meer voeling met wat het bedrijf én de klanten nodig hebben.

Door citizen developers aan te moedigen binnen je bedrijf, help je het IT-departement zijn backlog weg te werken (of je voorkomt alleszins dat het verder groeit) en zorg je ervoor dat de mensen in je business niet gefrustreerd raken omdat de tools waarmee ze moeten werken outdated zijn. Win-win dus! 

low-code.

In deze snel veranderende digitale tijden, wordt de druk op IT-afdelingen om steeds meer en betere applicaties te creëren groter en groter. De IT-departementen kunnen de groeiende vraag vaak niet bijhouden en de backlog stapelt zich op. Wordt die backlog te groot, dan loop je als bedrijf het risico op shadow IT: medewerkers ontwikkelen zélf software, applicaties en services zonder goedkeuring van het IT-departement. Dat willen de meeste bedrijven vermijden, want het brengt heel wat risico’s met zich mee.

Op dat moment komt low-code in the picture. Low-code is een tool voor personen met weinig development skills om zelf applicaties te bouwen. Low-code platformen werken over het algemeen met drag- & drop functionaliteiten, die typisch gebruik maken van een what you see is what you get interface. De gebruiker sleept stukken bestaande code in een workflow om zo tot een software applicatie te komen, zonder dat hij of zij effectief zelf moet coderen. Deze stukken voorgeprogrammeerde code kunnen allerlei vormen aannemen. Denk aan de verschillende soorten headers op een webpagina, specifieke functionaliteiten in een applicatie ...

Er zijn heel wat Low-Code Application Development Platforms (LCAP’s) op de markt. Ze hebben elk hun eigen toepassingen, integraties, configuratiemogelijkheden, schaalbaarheid en betaal- en licentiemodellen. Enkele voorbeelden van deze LCAP’s zijn: Mendix, Outsystems en Microsoft Power Platform.

wie kan er werken met low-code?

Teams van bijvoorbeeld de finance-, HR- of marketingafdelingen van je bedrijf kunnen met behulp van low-code zelf applicaties bouwen, zodat ze zo weinig mogelijk beroep moeten doen op het IT-departement.

Ervaren developers kunnen low-code dan weer gebruiken om slimmer en sneller applicaties te ontwikkelen. Ze worden niet vertraagd door het schrijven van code of door repetitief werk, maar kunnen zich focussen op dat stuk dat de applicatie écht uniek maakt. Het zogenaamde grunt work wordt gedaan door de LCAP.

voordelen.

Welke voordelen brengt low-code met zich mee?

1. Snelheid: dankzij low-code bouw je verschillende apps binnen enkele dagen, of zelfs enkele uren.  
2. Eenvoudigheid: op het moment dat je de applicatie oplevert aan de stakeholders,  laten ze weten dat ze toch nog enkele wijzigingen wensen door te voeren... Het voordeel van low-code is dat je je app in no-time hebt aangepast.  
3. Laag risico, hoge ROI: robuuste veiligheidsprocessen, data-integratie en support zijn ingebouwd in de LCAP. Dat betekent minder risico, meer tijd om je te focussen op je business én dus een hogere ROI.  
4. Je hebt slechts 1 klik nodig om je low-code applicatie te deployen. Gedaan dus met alle stress die gepaard gaat met een launch.  
5. Controle: in de meeste LCAP’s kan je samenwerken in teams. Zo kan de developer nog steeds hulp vragen aan zijn collega’s waar nodig, blijft het IT-departement ook in de loop en voorkom je shadow IT.

nadelen.

Toch heeft low-code ook enkele nadelen. Als je maar weinig kennis hebt van development, hebben de meeste LCAP’s toch nog een steile learning curve. Daarnaast bieden niet alle low-code tools garantie op schaalbaarheid, kwaliteit en hoge performantie. Je moet dus op zoek gaan naar de LCAP die het beste bij jou en je bedrijf past.

no-code.

Ook no-code maakt gebruik van oplossingen zoals een drag & drop, what you see is what you get omgeving. Het verschil met low-code is dat no-code platformen ook gebruikt kunnen worden door mensen zonder enige ervaring in programmeertalen. 

Met andere woorden: bedrijven kunnen no-code gebruiken om hun teams de tools te geven om de applicaties te ontwerpen die zij nodig hebben, zonder dat er enige development training aan te pas hoeft te komen.

Typische no-code tools zijn de populaire blogplatformen die voorgebouwde pagina’s aanbieden, zodat je je website in no time draaiende hebt.

voordelen.

1. Snelheid: ook in no-code is snelheid het grootste voordeel. Als je een app met specifieke functionaliteiten voor ogen hebt, kunnen no-code platformen je snel uit de nood helpen zonder dat je hoeft te wachten op je klassieke IT-departement.  
2. Geen opleiding nodig: waar je voor low-code toch nog een basiskennis in programmeertalen nodig hebt, heb je voor no-code absoluut geen programmeerkennis nodig. Iedereen kan werken met een no-code platform!

nadelen.

Het gevaar van no-code is dat je al snel te maken hebt met shadow IT. Je werknemers ontwikkelen applicaties zonder enige begeleiding of controle. De grootste risico’s die daarmee gepaard gaan, zijn:

• veiligheidsproblemen
• niet naleven van vooraf opgestelde regels
• integratieproblemen
• applicaties die meer middelen gebruiken dan nodig

Wanneer je no-code platformen gebruikt, kan het dus toch nog steeds van pas komen dat je je applicatie laat checken door iemand die wél ervaring heeft in programmeren. No-code platformen gebruik je best ook enkel om de meest simpele applicaties te ontwikkelen. Als de applicatie complex is, maak je beter gebruik van low-code.

no-code/low-code vs. traditionele code.

Kunnen no-code en low-code platformen het traditionele development proces dan volledig vervangen? Of bestaan er toch scenario’s waarin we best nog traditionele coderingsplatformen gebruiken?

no-code/low-code.

No-code of low-code platformen zijn zonder twijfel een grote toegevoegde waarde in bepaalde situaties, maar soms blijf je toch beter bij traditionele code. Wanneer kan je no-code of low-code wél gebruiken? 

• Wanneer je voorziet dat er veel veranderingen en updates zullen nodig zijn aan je applicatie: no-code/low-code platformen laten toe om snel veranderingen door te voeren. Traditionele code gebruikt vaak loggere tools en features, waardoor het aanpassen van een applicatie langer duurt.  
• Als je de applicatie snel nodig hebt: zoals hierboven vermeld, is snelheid een van de grootste voordelen van no-code/low-code. Bouw je een applicatie met traditionele code, dan moet je rekenen op een oplevertijd van enkele maanden.  
• Als het gaat om een unieke applicatie waar slechts 1 departement nood aan heeft. In dat geval ben je beter af met no-code/low-code platformen, want traditionele code vraagt meer tijd en kost meer geld. De meeste bedrijven kunnen die middelen niet inzetten voor een klein project dat slechts 1 team vooruit zal helpen.

traditionele code.

No-code/low-code platformen hebben zó veel voordelen, waarom laten we de traditionele code dan niet volledig achterwege? Dan is iedereen vanaf nu citizen developer! Zo simpel is het natuurlijk niet. Er zijn nog heel wat situaties waarin we geen beroep kunnen doen op no-code of low-code.

• Ongestructureerde problemen: soms is je probleem niet rechtlijnig, en dan is de oplossing dat ook niet. Wanneer je een applicatie wilt bouwen zonder een voorafbepaalde structuur, maak je best gebruik van traditionele code. No-code/low-code platformen werken het best voor oplossingen met een duidelijke, rechtlijnige structuur.  
• Gespecialiseerde applicaties: als je een gespecialiseerde applicatie bouwt die veel interactiviteit nodig heeft, gebruik je best traditionele code. Traditionele coderingsplatformen bieden vaak meer flexibiliteit, vrijheid en functionaliteiten dan no-code/low-code platformen.

We kunnen dus concluderen dat no-code en low-code traditionele code nooit volledig zullen vervangen. Ze brengen heel wat voordelen mee, en kunnen een antwoord bieden op de grote vraag naar business-specifieke applicaties in bedrijven - maar er zijn toch scenario’s waarin traditionele code een betere oplossing biedt.